De uitdaging zit hem in de grondstoffen

Al in 20217 werd er - na het akkoord van Parijs in 2015- een grondstoffenakkoord getekend in Den Haag.  Als meubelsector zijn we ondergebracht in één van de vijf transitieagenda’s: consumptiegoederen. Maar we praten vanuit wetgeving altijd over producten.

Wetgeving gaat over Producentenverantwoordelijkheid, ecodesign, digitale productpaspoorten en voorkomen van afval. Maar deze producten zijn opgebouwd en ontworpen uit materialen ofwel grondstoffen en de circulaire economie gáát juist over grondstoffen. We moeten met minder gaan doen, veel meer gaan hergebruiken en voorkomen dat grondstoffen afval wordt. We moeten gaan nadenken over de oorsprong van de materialen, de milieubelasting bij de winning, transport en de arbeidsomstandigheden in de ketens. Dit moet gaan zorgen voor mogelijk andere keuzes. De stelregel geldt dat 80% van de milieuimpact wordt bepaald door het ontwerp. Dus de keuze van de grondstoffen, de verbindingen en de insteek om producten, onderdelen en materialen veel langer in gebruik te hebben dan we nu doen.

Moeten we weer gaan nadenken over hoe we het vroeger deden?

Naar een onafhankelijke duurzaamheidsstandaard voor de meubelbranche
Het afgelopen jaar heeft CBM een start gemaakt met de ontwikkeling van een Onafhankelijke Circulaire Standaard voor de Meubelindustrie en Interieurbouw (CMS-standaard (werktitel)). De ontwikkeling van deze CE-standaard is om de concurrentiepositie van onze leden te versterken een belangrijk strategisch thema voor de komende jaren.

In onze branche worden steeds meer zogenaamd duurzame en circulaire meubelen en interieurs op de markt gebracht. Veel producenten en importeurs claimen ten onrechte dat hun meubelen en interieurs circulair en duurzaam zijn. In de praktijk gaat het veelal om slimme marketing, zonder harde bewijzen te leveren voor de zogenaamde duurzaamheidsclaims. Door deze vorm van greenwashing is in de markt een wildgroei aan vage duurzaamheidslabels ontstaan, waardoor opdrachtgevers en consumenten door de bomen het bos niet meer zien. De laatste jaren komen er steeds meer goedkope meubelen en interieurs op de markt, die eigenlijk niet duurzaam zijn. Greenwashing ondermijnt de concurrentie positie van Nederlandse meubelfabrikanten en interieurbouwers die serieus met duurzaamheid bezig zijn en die gericht investeren in duurzaamheid en circulair design. Het wordt hoog tijd dat er een breed gedragen onafhankelijke CE-standaard komt die op een eenduidige en onafhankelijke manier beschrijft wanneer een meubel of interieur circulair en duurzaam is. CBM wil als onafhankelijke brancheorganisatie samen met de leden deze CE-standaard gaan ontwikkelen.

KIA-CE project 2025-2026
In 2025/26 werken met de keten naar een model waarbij we financiële risico’s bij circulaire keuzes in kaart gaan brengen. Dit Financieel Liniair Impact Model (FLIM) zal zorgen voor bewustwording en activatie bij de ondernemers en zal verder onder verantwoordelijkheid van Circularities en de HvA ontwikkeld worden. Met de ECOtool helpen we MKB-ondernemers in de meubelindustrie om duurzamere keuzes te maken op basis van een eigen doorontwikkelde tool van TNO. Deze tool geeft de ondernemer, ontwerper en R&D afdeling inzicht in bestaande producten en verbeteringen om je ontwerp aan te passen, waarbij de Milieu Kosten Indicator (MKI) zorgt voor de stip op de horizon. Vanuit de brede validatie van de tool, die al door de FFF-werkgroep is toegepast dit jaar, kunnen we sector afspraken gaan maken over minimale levensduur, reparatie en gebruik van recycled content in m.n. hout, schuim en textiel.

Met Rebel CE ontwikkelen we het stroomdiagram van materialen verder voor de meubelsector, zoals ze dat ook gedaan hebben voor textiel. Het is heel belangrijk dat we snel de juiste inzichten krijgen hoeveel materiaal, waar en hoe op de markt komt. We zien nu al dat 70% van de meubels uit het buitenland komen. Wij zetten ons m.n. in voor de 30% productie in Nederland. Dat is onze sector, ons belang en onze werkgelegenheid. Met dit model kunnen we materialen beter gaan volgen en weten we welke knelpunten we moeten gaan oplossen. Deze informatie is ook voorwaardelijk als je in de nabije toekomst een Producentenverantwoordelijkheid gaat afroepen en doelstellingen bepaalt.

Houttransitie
Al in 2019 hebben we de keten bij elkaar gebracht om na te denken over de oplossingen m.b.t. plaatmateriaal. Met 68% aandeel, dus ca. 635 – 680 miljoen kg aan hout per jaar, is deze materiaalstroom dominant voor onze transitie. In 2030 al 50% reduceren betekent dat we meer dan 300 miljoen kg hout opnieuw moeten inzetten als grondstof.

Onderzoek in 2020 liet al zien dat we wel een van de zes houtenplaten weggooien tijdens de productiefase. Dat is zonde en heeft gezorgd voor het initiatief Wood Loop. Een slim platform dat de meubelmaker, houtleverancier en producent digitaal verbind. En we gaan zelfs verder, want wist je dat als we de toplagen van het plaatmateriaal (meestal geen hout) eraf halen en met innovatieve technologie kunnen verwerken tot zeer waardevolle mineralen? Dat hebben we technisch voor elkaar.

Lees hier meer over het PRIMA-2 project